Ik rijd al enige jaren 100% elektrisch, heb zonnepanelen op het dak en ben liefhebber van de natuur. Toch heb ik een zwak voor oldtimers, met name Britse klassiekers, ondanks dat die nog gewoon van fossiele brandstoffen gebruik maken. Oude auto’s blijven nog steeds emoties losmaken bij mensen. Ze geven een treffend beeld van de tijdsgeest. Of het nu was dat je grootvader een bepaalde auto reed, of dat de hele familie jaarlijks met dezelfde bus op vakantie ging. Daarom vind ik dat we de echte oldtimers moeten koesteren en liefhebbers de ruimte moeten geven daarvan te genieten. De persoonlijke herinneringen en emoties vormen samen met de indrukwekkende industriële vormgeving een belangrijk onderdeel van onze (lokale) geschiedenis.
Door de groei van het aantal elektrische auto’s en de centralisering van de automerken neemt de kennis over (oudere) auto’s razendsnel af. Tegelijkertijd zie je dat er locaties vrijkomen van voormalige garagelocaties. Het stoppen met het gebruik van fossiele brandstoffen heeft niet alleen invloed op onze mobiliteit, maar ook op onze omgeving.
De liefhebbers van klassiekers herkennen waarschijnlijk wel hoe lastig het is om betaalbare klus- en opslagruimte te hebben voor je oldtimer. Evenals het gebrek aan faciliteiten, gereedschap en trailer.
Als je een beetje googeld op sleutelclubs oldtimers of iets dergelijks kom je wel de nodige initiatieven tegen in Nederland. Van stichtingen die een hal exploiteren met faciliteiten, tot groepen vrijwilligers die zelfs scholieren met kennis helpen.
Ik denk dat onderschat wordt hoeveel (emotionele) invloed automobielen hebben op mensen. Van de auto van je grootvader of andere familieleden of waar je mee op vakantie ging vroeger. Of de bedrijfsauto van je vader. De auto hoort thuis in het rijtje met muziek als onderdeel van een tijdsgeest die je herinneringen borgen. De lokale component zorgt voor de interne trots en zelfbewustzijn. Wat Apeldoorn betreft hebben we natuurlijk een interessante historie met de voormalige Auto Technische School aan de Loolaan en de wekelijkse automarkt op het marktplein in de binnenstad. En van recentere tijd; het A-Ford Museum in Beekbergen.
Om het lokale mobiele erfgoed te koesteren pleit ik daarom voor heuse stadsgarages. Ik durf de vergelijking aan met stadsbier. Vroeger werd in iedere stad bier gebrouwen. Later ontstonden de steeds groter wordende brouwerijen waardoor de lokale bieren verdwenen. Inmiddels zie je dat de laatste jaren, vanuit kleine commerciële initiatieven en hobby, iedere regio / stad weer een eigen bier heeft.
Net zoals mensen een sportvereniging kunnen starten geldt dat ook voor een sleutelclub voor oldtimers. Laat een groep beginnende hobbyisten de handen ineen slaan en samenwerken met autoclubs en experts. Als je die kunt bundelen heb je een groep die samen een hal of oude garage kan huren voor opslag en sleutelen. Ga de samenwerking aan met een erfgoedvereniging en de bibliotheek en je hebt een fantastische borging van je lokale mobiele erfgoed.