De laatste jaren verschijnen er steeds meer vacatures waarin communicatie en participatie worden gecombineerd, met name bij overheden. Op het eerste gezicht lijkt dit misschien efficiënt, maar in de praktijk zorgt het voor spanningen en onrealistische verwachtingen. Het combineren van deze rollen in één functie is niet alleen problematisch, maar ook funest voor de kwaliteit van beide disciplines.
De spagaat van een gecombineerde functie
Een communicatieadviseur die ook verantwoordelijk is voor participatietrajecten, komt onvermijdelijk in een spagaat terecht. Communicatie draait in de kern om het helder en effectief uitleggen van besluiten. Dit vereist focus, structuur en inzet van de juiste middelen om informatie zo goed mogelijk over te brengen bij de juiste doelgroep.
Participatie daarentegen vraagt om een heel andere aanpak: ruimte bieden aan inwoners om mee te denken, invloed uit te oefenen en zelfs de richting van beleid te bepalen. Dit kan – en zal – soms botsen met politieke voorkeuren of beleidsdoelen. Van iemand verwachten dat die beide rollen tegelijkertijd vervult, is alsof je vraagt een scheidsrechter én coach te zijn in dezelfde wedstrijd.
Onrealistische verwachtingen
Het wordt helemaal absurd als zulke gecombineerde functies ook nog eens in deeltijd (bijvoorbeeld 24 uur per week) worden aangeboden. Dit is niet alleen onwerkbaar, maar ook schadelijk voor de geloofwaardigheid van zowel communicatie als participatie.
Hoewel communicatieadviseurs uitstekend in staat zijn om participatieprocessen te begeleiden, is dat een taak die niet past binnen hun rol als communicatiespecialist. Deze rolconflict leidt niet alleen tot persoonlijke druk, maar ook tot verwarring bij inwoners, bestuurders en raadsleden.
Een fundamenteel verschil in doelstelling
Bij overheidscommunicatie staat het uitleggen van besluiten centraal: waarom bepaalde keuzes zijn gemaakt, wat de gevolgen zijn en hoe inwoners daarbij betrokken worden. Participatie daarentegen draait om invloed van de samenleving. Hierin geef je inwoners ruimte om zelf plannen en ideeën aan te dragen – ook als die niet aansluiten bij politieke of ambtelijke voorkeuren.
Deze fundamentele verschillen worden helaas niet altijd begrepen. Vooral raadsleden halen de begrippen communicatie en participatie regelmatig door elkaar. Dit wijst op een gebrek aan kennis, maar soms ook op opportunisme. Participatie is populair, vooral in het licht van maatschappelijke discussies over windmolens, asielzoekerscentra en ruimtelijke ordening. Raadsleden spelen hier vaak op in, maar zonder de juiste afbakening van rollen loopt dit spaak.
Een oproep tot actie
Om participatie serieus te nemen, verdient het een eigen plek, bijvoorbeeld binnen het omgevingsmanagement. Alleen zo kunnen we recht doen aan de complexiteit van participatie en tegelijkertijd de helderheid en betrouwbaarheid van communicatie waarborgen. Overheden moeten afstappen van de trend om communicatie en participatie samen te voegen in één functie. Geef participatie een eigen rol en zorg dat deze losstaat van communicatie. Alleen zo kunnen beide disciplines floreren en bijdragen aan het versterken van vertrouwen tussen overheid en samenleving.